Wido Blokland
Rotterdam NL, 1966.
Lives and works in Brittany, France.
Education:
1985-1986 : – Philosophy R.U. Utrecht.
1986-1988: – Art Academy Amersfoort / Utrecht.
1989-1990: – Ateliers ’63, Haarlem.
–
Solo exhibitions:
2021: – Coppejans Gallery, Antwerp, B. (Terra Incognita & De Plek van de Mens)
- Gallerie Ramakers, The Hague, NL. (ALS HET CENTRUM DE OMTREK IS)
- Scrignac Summershow (PAR-CI-VAL)
- Eye For A Tree, public space project, Antwerp (courtesy Coppejans Gallery) 28.02.2021 – 31.10.2021
2020: – Scrignac Summershow, France. (De Revolutionibus Orbium Coelestium /Corona Triomphalis)
2019: – Scrignac Summershow, France (La Conquête d’Espace)
2009: – Revolution Gallery, Middelburg (Godenschemering)
2008: – Revolution Gallery, Middelburg (Becoming Aware Of The Body As Light)
2006: – De Willem III, Vlissingen. (Voor Mnemosyne).
2005: – Gallery Van den Berge, Goes. (Scintilla Animae-II)
2004: – The Blue Gallery, London. (Scintilla Animae-I) - Commission public space, Schouwen-Duiveland.(Le Rien Est Immense Aux Oreilles)
2003: – Gallery Van den Berge, Goes.(The Web That Has No Weaver)
2001: – Gallery GIST, Brummen NL. (Heidegger)
2000: – Gallery Van den Berge, Goes.
1999: – Lokaal 01, Breda (Spatium Et Extensio).
1998: – Watertoren, Vlissingen. (‘Seeing Without Eyes,…, Walking Without Legs’)
1997: – Galery Made in Heaven, Utrecht. - Hogeschool Zeeland, Vlissingen. (Efemeride)
1996: – Gallery Van den Berge, Goes.(In-zijn als zodanig) - Watertoren, Vlissingen. (Samsara)
1995: – Gallery Made in Heaven, Utrecht.
1994: – Oranjerie, Rotterdam. (Footworks) - Gallery Van den Berge, Goes.
1993: – Gallery Van den Berge, Goes NL. (Inversions) - Gallery Made in Heaven, Utrecht.
–
Group exhibitions:
–
Stipendia:
1992: – Werkbeurs Fonds B.K.B.V., Amsterdam.
1994: – Stipendium Fonds B.K.V.B., Amsterdam.
1998: – Stipendium Fonds B.K.V.B., Amsterdam.
2003: – Stipendium Fonds B.K.V.B., Amsterdam.
–
Gastdocentschap:
2007-2009: – Hogeschool voor de Kunsten St. Lukas, Brussels.
Publications
ABSENCE PRESENCE – Wido Blokland. 2021. 232p. ISBN: 978-2-9580148-0-3
The Trap – La Boîte de Pandore ou La Terre sous Quarantaine – klein alchemisch tractaat – Wido Blokland. 2020. pdf
NETI NETI – Wido Blokland. 2019. 126 pag. ISBN: 9 791069 939493
Looking In All Directions – Wido Blokland. 2009.
Godenschemering – Wido Blokland. 2009.
Apocalypso #1 – Wido Blokland.2009. 35 tekeningen uit 2009.
20 Platen Ten Aanzien Van Het Bevinden – Wido Blokland. 1996.
–
Bibliography:
Nico Out, ‘Verwonderend alledaags’, PZC 15 januari 1993.
‘Zomerbeelden’, uitgave ter gelegenheid van gelijknamige tentoonstelling, Goes, 1994.
Din Pieters, ‘Galerie. Zomerbeelden’, NRC Handelsblad 1 juli 1994.
Jelle Bouhuis, ‘Beelden in Begane Grond, Utrechts Nieuwsblad 5 juli 1995.
Nico Out, ‘Een installatie van museale kwaliteit’, PZC januari 1996.
Nico Out, ‘Beelden om in te leven’, PZC 22 juli 1998.
Ernst Jan Rozendaal, ‘Chocoladedozen gevuld met kunst’, PZC 1dec. 1999.
Rolf Bosboom, ‘Ik ben geheel tot in de verste ster’, PZC 22 april 2005.
Bert Vandenbussche, ‘Paradise Lost – Spiegel van een verloren paradijs’, Gallery Van den Berge, 2005.
Wido Blokland, ‘Voor Mnemosyne’, De Willem3 Aktuele Kunst, 14 mei 2006.
Rolf Bosboom, PZC 24 mei 2006.
Nico Out, ‘Sterrenhemels als inspiratie voor het hier en nu’, PZC mei 2006.
Pankow, ‘Mens zijn is meer dan wat het lijjkt’, PZC 7 sept. 2009.
Wido Blokland, ‘Je loopt op planeet Aarde’, 2007.
Wido Blokland, ‘FREEDOM4ALL’, weblog pzc.nl/cultuur 2009.
Pankow, ‘In mijn gedachten is wereld eenheid’, PZC 13 mei 2009.(Opdracht COS “Freedom4All”)
FREEDOM4ALL, COS Zeeland, Publicatie bij gelijknamig tentoonstellingsproject, CBK Middelburg 2009
Nico Out, ‘EXPO – Proeven van kunst uit Zeeland’, PZC 2 juli 2009.
–
–
[ Over het boek ‘NETI NETI’] “Een magistraal werk! De kunstenaar is er op een indringende manier in geslaagd om delen uit de beeldende kunst, fotografie, filosofie, literatuur, wetenschap, geheimen van de sterren, mythologie (o.a. Narcissus, p.102), oude (mysterie)wijsheid met elkaar te verbinden.
(…) Het is dit licht dat al het werk kenmerkt, tot in ‘Telescopic projection of solar image on a sheet of paper held up by the artist’ (p. 63 en 64). Een licht dat uitstijgt boven het dagelijkse licht. De speelse en soms ook mathematische manier waarop de kunstenaar hiermee weet te spelen, raakt. Van ‘Pingpong Light’ (p. 49) tot het lichtende lichaam en lichtende dans der vormen, van ‘The Light In Your Eyes’ tot bewegende lichtcirkels als levensbloemen. Ja ‘de aarde is rond’ van licht en waarheid als we zelf ‘rond’ zijn, als we maar uit de ‘letterbox’ springen en terecht komen in de ‘Silence Box’, waarbij uiteindelijk ook nog alle wanden en hoeken verdwijnen en stilte overgaat in grenzeloos en puur Bewustzijn.
(…) Dat via het proces van schrijven, een ‘stoffelijke’ uitdrukking van een geestelijk proces, de maker z’n eigen werk beter is gaan begrijpen (p. 5) is natuurlijk niet verwonderlijk, maar wel verwondering oproepend. Ja, de kunstenaar danst in heel het werk mee als een prachtig instrument van de ongrondelijke Grondtoon die het per-sonare teweeg brengt (p. 6).
Door de ‘virtuele wolk’ te ontsluieren (p. 7), the cloud of unknowing, toont hij degene die naar zijn werk ‘kijkt’, wat ‘achter’ de wolken te zien is. Zeker als je leert zien zonder ogen! (p. 111) Dan ‘zie’ je het ware universele Corpus Christi (p. 34), openbaart zich het Tat tvam asi, zonder dat er een ‘ik’ is dat dit afgescheiden ‘ziet’.”
[Marcel Messing, 2019]
[Samsara, 1995-97] “De schachtopening aan de ene kant, de wond van de afgeslagen gietkop aan de andere kant, en de betekenisvolle as door de bol zelf, biedt een scala aan interpretaties en associaties. Daarmee vormen deze beelden samen een complexe, en geen singuliere, aangelegenheid. (…) De verwijzing naar laarzen (en de daarmee verbonden facetten van standpunten en grondvlakken) is niet langer richtinggevend voor de betekenistoekenning. Zij zijn nu niet meer en niet minder dan zachtgevoerde schachten. Bij deze werken blijft het niet alleen bij genoegdoening; zij worden voorstellingen van een unieke ervaring. Plotsklaps werd het me duidelijk dat kunstwerken echt in mijn hart kunnen springen.(…) Ik denk dat je het voor elkaar hebt gekregen om deze beelden in de context van de beeldhouwkunst te plaatsen. Niet alleen beelden produceren, maar tegelijkertijd context van de beeldhouwkunst scheppen”.
[Ad van Rosmalen, 1997]
[In-zijn als zodanig, 1996, Galerie Van den Berge NL] “De gemummificeerde beweging in de werken met de gymnastiekschoentjes handelen over een absolute balans, die ik zou kunnen koppelen aan bijv. koorddansen. De mogelijkheid tot dans en beweging is echter op succesvolle wijze om zeep geholpen, maar blijft in potentie evenwel bestaan, en dat maakt ze tot dramatische beelden. Zij gaan zowel letterlijk als figuurlijk over ruimte (de beperking van het innemen van een menselijke ruimte, geestelijk en fysiek). En dan, hoe bijvoorbeeld de spiegels binnen je werk functioneren; niet om méér ruimte te creëren, maar waar ze de scheiding tussen object en ruimte trachten op te heffen en de spiegels de ruimte incorporeren: daar waar je tegelijk in en buiten de ruimte bent”.
[Rob Vos, 1997]
[Zien Zonder Ogen,…, Lopen Zonder Benen’, 1998] “Het eerste gevoel wat ik had toen ik de ruimte in kwam was een gevoel van ontzag voor het grote skelet, voor de uitgewerkte perfectie van deze kubus, de aandacht die in alle minieme onderdelen schuilt. Niets wordt aan het toeval overgelaten. Overal zijn kleine oplossingen te zien. Ook voor het feit dat dit de volgende stap is in een reeks beelden die in betekenis en uiterlijk langs elkaar heen schuren, elkaar soms ook letterlijk nodig hebben. Dit lijkt ook bijna een uitgangspunt te zijn voor elke tentoonstelling die je maakt, de tentoonstelling als beeld en de vraag wat zo’n tentoonstelling eigenlijk betekent. (…) In het werk van Dan Graham wordt nogal eens ingegaan op het private/publieke wat zijn werk in zich draagt. In het skelet met papier gebeurt iets totaal anders. Ik denk dat deze ruimte even kwetsbaar als onweerlegbaar is. De materialen zijn zacht en onpraktisch, zwaar en licht tegelijk. Er lijkt geen beredeneerde maat aanwezig te zijn voor de omvang van de ruimte of de plaatsing van het skelet. De wanden hangen en liggen los waardoor er iets ‘tochtigs’ ontstaat. Je bent zelf een onderdeel van de ruimte, maar deze ruimte lijkt niet permanent te zijn.
De kubus staat eigenlijk als een mathematisch stereotype van een kamer in een ruimte. De ruimte staat scheef, alsof hij overal naar toe geschoven en verplaatst kan worden of in zijn geheel kan worden gedemonteerd. De hoekstukken versterken het demontabele in het beeld. Het is een echte ruimte maar ook een illusie van een ruimte. De spiegels tonen alleen de wankele naaktheid van jezelf als toeschouwer. De draadijzers steken er uit alsof zij er elk moment kunnen worden afgeschroefd of versteld en tegelijk ‘steken’ ze in de ruimte. Het papier is precies goed. Het is een wand, een vel, kwetsbaar en vergankelijk, een ‘witte kubus’ als tentoonstellingsruimte. Er komen allerlei associaties en connecties op. Als de zon zo door het papier heen schijnt krijgt het een prachtige verbintenis met de foto van de geprojecteerde zon op de achterwand. Het doet me toch denken aan Paolini en zijn fascinatie voor allerhande projecties, toch ook aan Dan Graham en in de verte duikt Luciano Fabro op wanneer ik denk aan zijn papieren tentoonstellingswanden. De naar zichzelf verwijzende kubus, letterlijk versterkt door de naar het middelpunt gerichte observatiespiegels wordt ondermijnd door het tijdelijke en kwetsbare karakter van de ruimte, kwetsbaar en onweerlegbaar. Een ongemakkelijk plaatsnemen.”
[Rob Vos, 1998]
[Galerie Van den Berge, 1999] “Een sleutelwerk is Sohum, een term uit het Sanskriet die o.m. verwijst naar het proces van in- en uitademen (…) In de ene (bolle) spiegel kan de kijker zichzelf duidelijk zien. Wil hij zichzelf tegelijkertijd ook waarnemen in de andere (holle) spiegel, dan moet hij een plek zoeken in de expositieruimte en voortdurend heen en weer bewegen om zich terug te vinden. Duidelijker kan Blokland niet aantonen dat niemand zeker is van de plek die hij inneemt, op aarde en in groter verband.”
[Ernst Jan Rozendaal, 1999]
[‘Zien zonder ogen…lopen zonder benen’, 1998] “Wido Blokland nodigt de bezoeker van de Watertoren uit om zijn plaats te bepalen. Ik zie de kubus met papier als een model voor de ruimte om ons heen, die per definitie door de beperkingen van ons gezichtsveld is afgebakend (…) Je weet dat achter je een andere bolle spiegel dezelfde gestalte van een andere kant toont, maar je kunt dat niet zien. Een tweede beperking … Elk beeld van Blokland belicht een ander facet van hetzelfde gegeven. Met fysieke middelen effent hij de weg naar een geestelijke ervaring. Streng, bijna calvinistisch is zijn aanpak. Tegelijkertijd is het werk van een barokke complexiteit. Steeds opnieuw bewijst Blokland zich wat mij betreft als een belangrijk beeldhouwer.”
[Nico Out, 1998]
[‘Freedom4All’, CBK Middelburg, 2009] “Vrijheid dient als eerste in het eigen innerlijk gerealiseerd te worden. Vrijheid ontstaat spontaan wanneer het besef groeit dat je niet alleen staat, wanneer je gaat voelen dat alle mensen op diep niveau met elkaar verbonden zijn. (…) De mens is in wezen één, alles is één. Met dat inzicht kan alle angst plotsklaps wegvallen, besef je je eigen onkwetsbaarheid”.”
[A. Pankow, 2009]
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...